Bronzen brokstukken

De plastieken van beeldhouwer Guido Geelen in Tussen de Bogen

standbeelden Guido Geelen Foto: Lida Goede

Tussen de Bogen was decennia een gribus. Het complexje tegenover de Haarlemmer­hout­tuinen ontstond in de negentiende eeuw onder twee spoorwegviaducten. Het was het domein van vaak wat informele ondernemers, lassers, stukadoors, timmerlieden, een antiquair, een garagehouder, Nico Valk, die bekend stond als de Forddokter, sleutelde hier en een klokken­maker. Op het net staat nog een oude foto waarop iemand er met een paard in de weer is. Onguur werd het destijds genoemd, het decor voor een misdaadfilm. Maar hoe gaat het met een gribus? We vinden dat er iets aan moet worden gedaan en als dan iets aan wordt gedaan, verlangen we weer met enige weemoed terug naar die gribus.

In 1993 werd de zaak ontruimd. Verslaggever Corrie Verkerk zag oude formicatafeltjes, neonbuizen, houten latten, gedeukte dozen en veel, veel oude fietsbanden. En nog wat leuzen op de muren, zoals 'Aan lager wal smaken luchtkastelen ook naar zand', wat inderdaad een diepzinnige indruk maakt. Er moet ook graffiti van Fabrice hebben gezeten, aangebracht voor een filmopname.

Tussen de Bogen werd opgeknapt en werd een oord voor hedendaagse creatieve ondernemers, wat een beetje grievend klinkt voor de verdrevenen, die toch ook creatief waren. Jong en innovatief moest alles zijn. En nu zitten er zo'n zeventig bedrijven, waaronder een filmproducent, een grafisch ontwerper, een illustrator, een architect, een taartenmaker. Je kunt er leren beeldhouwen en musiceren.

En in 1997 maakte de Tilburgse beeldhouwer Guido Geelen er zijn plastieken. Hij liet zich inspireren door zijn jeugd in Thorn. Zijn grootvader was er hoefsmid, zijn vader ook, en voor hun deur was met steentjes een hoefijzer gemaakt. En bij de kapper een schaar, bij de drogist een vijzel, bij de kroeg een bierpul. Als kind vond hij dat prachtig.

Het zijn dus een soort uithangborden die hij heeft gemaakt. 'Spic en span zijn die beelden van Geelen niet,' vond Paroolredacteur Jhim Lamoree destijds, 'ondanks al het goud dat er blinkt. Het toetsenbord, de tuinvaas, de porseleinen hond, de schaal of de gitaar toont hij in een ruïneuze staat. Hij heeft die consumptieartikelen als het ware eerst op de grond te pletter laten vallen en de brokstukken (zo te zien meestal de helft) vervolgens in brons afgegoten.'

Hangt de computer bij de grafisch ontwerper, de tuinvaas bij een keramist, de hond bij een poedeltrimmer en de gitaar bij de muziekschool? Nee, juist niet. Ze zijn willekeurig opgehangen.

Geelen: "Toen ik eraan begon, waren nog lang niet alle ateliers verhuurd. Al zou ik voor elk bedrijf iets toepasselijk hebben willen maken, dan had dat niet gekund. Maar er waren wel huurders die dat wilden. De flamencoschool wilde die gitaar graag. 'Als jullie weggaan, blijft die gitaar,' heb ik toen geantwoord. Ja, dat was wel een gelegenheidsargument. Het zijn niet echt uithangborden, ze verwijzen ernaar. Het is wél kunst. Ik heb een Mariabeeld opgehangen, terwijl ik wel kon vermoeden dat op die plek geen kapelletje of zo zou worden ingericht."

20 juli 2010

Streetview