'Die grote merken zijn wurgers'

Parfumerie Koedijk

buurtwinkels Parfumerie Koedijk Foto: Peter Schrijnders

Drogist worden is geen jongensdroom. Een drogist, dat is Geelman uit Pietje Bell, een zuurpruim met een zoon die 'nooit een gat in zijn kous had of met een blauw oog thuiskwam, altijd direct uit school thuiskwam, trouw de Zondagschoolversjes leerde en steeds een schoonen zakdoek bij zich had'.

Zo'n drogist is Koedijk niet. Hij begon zijn zaak in 1968, op de Lindengracht, daartoe aangezet door een vismaatje van zijn schoonvader. Hij was inkoper bij Zumpolle, in leer, en kon de winkel, in 1898 begonnen door een meneer Maas - de documenten zijn er nog - compleet met voorraad overnemen. "Wat ik overnam, heette wel een drogisterij. Maar het was meer een water- en vuurwinkeltje, zoals je die de vorige eeuw lang hebt gehad in de Jordaan. Petroleum, aanmaakhoutjes, turfmolm, losse chemicaliën en kruiden. Aan het plafond hing een omgekeerde paraplu, althans het staketsel, en aan de baleinen hingen de vaatdoeken." Al zaken doend haalde Koedijk zijn vakdiploma en zijn winkel groeide al een beetje uit tot drogisterij/parfumerie.

Lang ging het goed, totdat eind jaren tachtig de winkel door straatwerkzaamheden een tijd nauwelijks bereikbaar was. Het winkelbestand op de Lindengracht schrompelde al ineen en Koedijk liquideerde zijn zaak. Hij ging weer in leer, op dezelfde plek. Dat was niet zo verstandig: "Mensen waren gewend een aspirientje bij me te kopen, geen damestas."

In 1993 kwam 'de verlossing' in de persoon van 'mevrouw Vermeulen' van winkeliersvereniging Haarlemmerdijk/Haarlemmerstraat. Koedijk: "De omgeving werd enthousiast gerenoveerd en ze hadden een drogist nodig." En zo kon hij een geheel vernieuwd pand betrekken, met een prachtige, ogenschijnlijk negentiende-eeuwse pui. Die pui was gloednieuw, maar wel precies nagemaakt op basis van oude tekeningen.

Het ging prima. Koedijk werd een vanzelfsprekende figuur in de buurt. Hij 'gaf vertrouwen en kreeg vertrouwen'. Vorige week kwamen in een uur vier klanten hun 'schulden' voldoen. Koedijk: "Als mensen wat geld tekortkwamen, zei ik: 'Dat komt later wel.' En soms, als het druk was, vroeg ik een klant wel eens later terug te komen om te betalen. En nooit, nooit is mijn vertrouwen beschaamd."

Hij was 'depositair' van grote merken als Lancôme, Biotherm, Clarins, Gucci, Givenchy. Als achteloze klant denk je dat die firma's het wel prettig vinden als een zaak op de Haarlemmerdijk hun spullen wil verkopen. Maar dat is maar tot op zekere hoogte zo. Ze dwingen de winkelier het gehele assortiment te nemen, en dat in aantallen die een buurtwinkel niet of nauwelijks kan verwerken. Maar ja, weiger je, dan ben je die grote merken kwijt en er is wel vraag naar. Laat Koedijk het op de valreep maar eens duidelijk zeggen: "Het zijn wurgers."
Maar het sluiten gaat hem niet in zijn kouwe kleren zitten. Zijn personeel, zoals Sonja, die er al vijftien jaar werkt en al in de vijftig is, moet een nieuwe baan zoeken. Hij zal zijn klanten missen. Daarom maakt hij nu van ieder van hen een foto.

Zijn pinapparaat ligt in de etalage: honderd euro, vrijwel nieuw. Na 27 november, als hij een glaasje schenkt 'met een pinda' voordat hij de deur definitief achter zich dichttrekt, zal hij zich wat oriënteren. Hij wil twee dagen per week vrijwilligerswerk doen, 'met ouderen'. En hij gaat rechten studeren. Zomaar, recht interesseert hem. "De hersenen moeten blijven kraken."
De Gaper, in 1970 gebakken door een hobbyist, zal hij van de pui halen en op een paal in zijn tuin prikken.

2010