Toch niet met Hella op de bank

Jan van Breda (1958)

jan van breda Foto: archief Jan van Breda

'Het begon in 1975. Ik was al gay, ik scharrelde ook al wat in het rond, maar wat wist ik nou van homoseksualiteit? Ja, Henk Molenberg en Albert Mol, die kende ik van de televisie. Zo was ik niet."

"Ik wilde kapper worden en met mijn ouders ging ik eens kijken bij die opleiding. Allemaal nichten, dat vond ik wel interessant. Mijn vader viel dat ook op, dus ik mocht geen kapper worden."

"Ik was zelden in het buitenland geweest. Mijn vader wilde nooit weg, hij lag de hele vakantie in de tuin in de zon. Hij wilde net zo bruin worden als al die KLM'ers bij ons in Amstelveen in de buurt. Zij konden voor vijf procent van de prijs naar het buitenland vliegen, hij moest de volle mep betalen, dat kon hij zich niet permitteren. Hij werkte bij Fokker, hij zal schroefjes in gaatjes hebben gedraaid of zo, ik weet eigenlijk niet wat hij precies deed."

"Maar dat jaar had ik een vakantiebaantje en kon ik met een vriendje en diens ouders naar Mallorca. In een discotheek ontmoette ik Hella. Ze woonde in Noord-Duitsland. Ze was lief, aanhankelijk. Ze was 21 dagen jonger dan ik. Heel erg mooi was ze niet, maar ze was wel smoorverliefd op me. En dat streelde mijn ego natuurlijk. Ik dacht, misschien moet ik wel normaal worden."

"Na de vakantie begon ze me te schrijven. Een paar keer per week, vaak wel acht of negen kantjes. Op een gegeven moment maakte ik die brieven niet meer open, er stond toch steeds hetzelfde in. Daar werd mijn vader dan weer heel boos over. Ik belde haar wel wekelijks, was nogal duur trouwens."

"Na een paar maanden kwam ze weekeindjes naar Amsterdam. Ik weet nog: we liepen door de stad en zagen een homostel nogal enthousiast doen. Zij vond dat raar, ik vond het opwindend. Ik wou dat ik één van die twee was. Toen heb ik haar maar gezegd dat ik bi was. Dat was een beetje hip destijds. Hang er maar een labeltje aan, dacht ik. Maar dat ze me zou kunnen kwijtraken aan een man, heeft ze zich nooit kunnen voorstellen."

"We gingen wel met elkaar naar bed, mijn vader had voor ons plezier nog speciaal de zolder opgeknapt, maar wat mij betreft ging dat niet echt van harte. Met borsten heb ik sowieso al niets en de rest... Dan bracht ik haar zondagavond weer naar de trein en dan dook ik meteen de Why Not in, een homohoeren- bioscoop. Daar gebeurde van alles."

"Ondertussen verloofden we ons wel, met ringen, met de ouders erbij. In Duitsland. Ik kwam daar een jaar lang heel vaak, want voor mijn dienstplicht moest ik naar Seedorf, zestig kilometer van het dorp waar dat gezin woonde."

"Het behang in de huiskamer was een bosgezicht en daar hing dan weer een koekoeksklok tegenaan. Op televisie was een aflevering te zien van de Amerikaanse tv-serie Holocaust. 'Allemaal leugens', zei die vader. Waar ben ik terechtgekomen, vroeg ik me af."

"Zo sukkelde het drie jaar door. De eerste voorbereidingen voor het huwelijk werden al getroffen, vooral door mijn ouders en Hella. Op een avond was ik thuis, het ging er weer over, ik had net een grote joint op en plotseling zag ik het haarscherp voor me: Hella en ik een leven lang naast elkaar op de bank. Ik doe het niet, stelde ik vast."

"Ik heb het haar gezegd in het weekeinde daarop. Althans, ik wachtte ermee tot op de treeplank van de trein waarmee ze terug naar Duitsland ging. Nee, dat verdiende geen schoonheidsprijs. Bij mijn thuiskomst heb ik het mijn ouders verteld. Mijn vader begon te huilen. Enig contact hebben Hella en ik nog wel. We zijn vrienden op Facebook."

4 juli 2011