De mooiste billen van de stad

Janhuib Blans (1946)

marcel en famke Janhuib Blans (tweede van rechts), uiterst rechts Luud Schimmelpennink, tweede van links Rob Stolk

'We hebben het toch niet over de eerste relaties of de eerste seksuele contacten? We hebben het over de eerste liefde. En dat was Marco. Hij was 18, ik 23. Dat ik homoseksueel was, wist ik vanaf m'n dertiende. Mijn ouders hadden daar weinig moeite mee. Ik liep er ook niet mee te koop. Mijn vader zei alleen dat hij het liever anders had gezien. En mijn moeder, die genieten kon van paardenbillen, begreep me meteen toen ik zei dat Marco de mooiste billen van Amsterdam had."

"Ik was actief in de linkse beweging, de Actiegroep Vietnam, Provo, de Maagdenhuisbezetting en de AJAH, de Amsterdamse Jongeren Aktiegroepen Homoseksualiteit. Jongeren mochten zich destijds niet aansluiten bij het COC. Wij waren ook provocerender, radicaler. Wij gingen dansen in keurige studentenclubs, zoals het Lido, dat toen van het corps was. Jongens met jongens, meisjes met meisjes. Het homodanspeloton noemden we ons. Het liep wel eens uit op matten."

"Marco studeerde psychologie in Utrecht en was daar lid van een vergelijkbare club. Ik ontmoette hem op een bijeenkomst in een vormingscentrum in Bakkum. Marco was een beauty. Ik denk dat hij mij een betrouwbare oudere vond, iemand die hem kon helpen bij het zetten van de eerste schreden. Hij had prachtige ogen; soms waren zacht en stralend, dan weer spuugden ze vuur."

"Ik was op m'n veertiende van school gegaan. De hele wereld boeide me, behalve school. Daar moesten leerlingen strafregels schrijven als ze in de gang debatteerden over Nieuw-Guinea bijvoorbeeld, een kwestie die toen speelde. Hij opende me de ogen, liet me zijn studieboeken zien en stimuleerde me zelf ook te gaan studeren. Ik deed een soort toelatingsexamen voor de universiteit en werd sociaal-psycholoog. Dankzij Marco."

"Ik herinner me het moment dat hij er een punt achter zette, heel goed. Hij had mijn typemachine geleend, kwam die terugbrengen en zei: 'Het is uit'. We hadden verschillende verwachtingen van die verhouding. Relaties gaan volgens mij eerder stuk aan te veel op elkaars lip dan aan te weinig. Samenwonen is niets voor mij. Hij zag dat anders."

"Ik heb me in mijn werk nogal met aids beziggehouden en ergens in de jaren negentig droomde ik dat Marco ernstig ziek was. Ik nam weer contact met hem op. En hij zei: 'Je weet toch dat ik een verstandige jongen ben? Maak je geen zorgen'. Ik weet niet hoe het nu met hem gaat. Maar ik heb zeven prachtige jaren met hem gehad en ik kijk zonder rancune terug."

9 mei 2011