Waar de mimosa bloeit
Nederlandse kunstenaars in Cagnes-sur-Mer
Saint-Paul-de-Vence is uitgegroeid tot een toeristenkermis terwijl het ooit een kunstenaarscentrum was. Cagnes-sur-Mer, vijf kilometer verder, was dat ook. Aan de kust is het plaatsje evenmin meer te harden, maar het middeleeuwse dorpscentrum Le Haut de Cagnes ligt er nog rustig en prettig bij. Misschien iets te aangeharkt, maar de galeries en souvenirwinkeltjes ontbreken. Smalle steile straatjes, niet voor niks is hier het jeux de boules met vierkante ballen uitgevonden. Het is er aangenaam mijmeren over vroeger.
Daar is alle aanleiding toe. De kunstenaarskolonie hier begon met de komst van Renoir in 1907. De oude door pijnen gekwelde man had niet de minste behoefte aan bezoek maar dat kwam desondanks. En een deel ervan bleef. Aangetrokken door het licht, door het weer, door het landschap, door het pittoreske dorp. Modigliani en Soutine namen er in 1918 hun intrek, de eerste Nederlanders verschenen in de jaren twintig: Jan van Herwijnen, Jos Croin, Charles Eyck, Mathieu Wiegman, Fred Klein. Aan zijn woning is nog een bordje bevestigd maar dat herinnert niet aan hem maar aan zijn zoon Yves, een befaamd kunstenaar maar als kind een bijzonder irritant kereltje als wij zijn Nederlandse dorps- en tijdgenoten uit de jaren dertig mogen geloven.
Foto:
Kelk en Brandligt in Cagnes-sur-mer
In die jaren, schreef criticus en romancier Kees Kelk, kon er
wel een 'afdelinkje Cagnes’ worden opgericht van de Vereniging
van Letterkundigen. Naast Kelk bivakkeerden de schrijvers Walter
Brandligt, Elisabeth de Meijier en het koppel Bob Clerx en Jacoba
van Velde (later bekend door "De grote zaal") er. Kelk vormde
een kleine clan met zijn vrouw Suzie van Hall, haar broer, de
beeldhouwer Frits van Hall en diens echtgenote Jeanne Biersma,
het tweetal Brandligt en diens vrouw Annetje en de gezamenlijke
kinderen. Elke zaterdag kwam het gezelschap inclusief passanten
bijeen en dan luisterden ze naar Brechts Dreigroschenoper. Dochter
Didi van Hall: "Volgens mij was dat de enige plaat die de Nederlandse
kolonie bezat." Zuster Hermine: "Dan lag je in bed en dan hoorden
je weer over die kanonnen zingen."
Foto:
Havank in Cagnes-sur-mer
Schilder Geer van Velde kwam kort voor de oorlog en ook detectiveschrijver
Havank verbleef in Cagnes, maar toen logeerde hij nog, evenals
zijn hoofdfiguur Carlier alias De Schaduw, in het legendarische
pensionnetje La Tourelle. Havanks roman 'Hoofden op hol' uit 1939
speelt er. Maar echt komen wonen is hij er pas in 1950. En dan
is ook schrijver Ab Visser present en schilderes Rie Pluim met
schrijfster/illustratrice Marga Bosch van Drakestein. Aan intriges
geen gebrek, daar wilde Ab Visser best aan bijdragen. In zijn
prima boek God in Frankrijk staat Cagnes centraal.
Foto:
Rie Pluim (L) in Cagnes-sur-mer
Het verblijf in Cagnes was toen nog betaalbaar, maar dat veranderde
in de loop van dat decennium. Een minnares van Simenon kreeg van
hem voor haar verjaardag een huis in Cagnes, ze werd de buurman
van zanger Mouloudji. Brigitte Bardot werd kind aan huis in het
dorp. Van de Nederlanders hield alleen Rie Pluim stand. Zij vertrok
pas in 1980. In Frankrijk verschenen verschillende boeken over
de kolonie in Cagnes, Nederlanders komen er vrijwel niet in voor.
Misschien omdat ze niet erg integreerden, dat is Nederlanders
over het algemeen niet zo toevertrouwd. Maar dat is geen reden
hun kleurrijke verhalen te negeren.
Bij het boek is, met behulp van C.J. Aarts, een plattegrond gemaakt.
Klik
hier
Paul Arnoldussen, 'Waar de mimosa bloeit' verscheen bij de verfijnde, kleine uitgeverij De Republiek en kost € 14,95. Wie een exemplaar op prijs stelt kan zich wenden tot uitgeverij De Republiek. Ook verkrijgbaar in de boekhandel en bij bol.com. (ISBN 9789086050109)