Monument van een populair model

Truus en détresse van Charlotte van Pallandt op het Begijnhof

standbeelden van pallandt Foto: Lida Goede

Truus en détresse heet het beeld van Charlotte van Pallandt (1898-1997). Waarom dat in het Frans moet, geen idee. Overigens heeft Van Pallandt het beeld nauwelijks aangeraakt, het is een in Italië gehouwen vergrote kopie van een bronzen beeldje dat ze in 1959 maakte. Ze was er wel bij om aanwijzingen te geven.

Het model heette inderdaad Truus. Althans, zo werd ze genoemd. Op de Rijksakademie werden alle modellen Truus genoemd, misschien niet eens uit dédain voor modellen, maar misschien ook uit discretie; model staan gold heel lang als een tikje ordinair. Zeker als het bloot was.

Voor Van Pallandt was ze ideaal. Elk van haar houdingen was een beeld, zei ze. Truus neigde naar zwaarte , maar er was iets dartels in de Truusverbeeldingen .

Niet alleen Van Pallandt was weg van haar. Mari Andriessen, Hildo Krop, Dora Esser, Nicolaas Nic Jonk, Constant Nieuwenhuijs, Ellen Roos, Gerrit Jan van der Veen: allemaal schakelden ze haar in. De vrouw die onderdeel is van het Nationaal Monument op de Dam van John Raedecker: het is Truus.

Ik ben misschien wel een paar duizend keer geportretteerd, geschilderd, getekend en gebeeldhouwd, zei Truus Trompert (1915-1977) ooit.

Het Parool sprak haar één keer, ze vertelde dat ze uit een arbeidersmilieu kwam. Een vriendinnetje poseerde bij de academie en Truus viel voor haar in. "Maar ik viel bijna flauw van angst en bleef net zo lang achter het gordijn tot ze me kwamen halen. Ik heb de hele avond doodstil gezeten. Ik schrok van de massa, maar toch vroegen ze me terug. Elke keer als ik nieuwe gezichten zag, schaamde ik me. En elke avond als ik naar het atelier ging, zei mijn moeder: Denk erom, je gaat niet naakt!"

Ze kwam in contact met Fred Carasso: "Hij beeldhouwde alleen danseressen. Maar ik had vroeger ballet gedanst, dus die standen kende ik. Ten slotte begon ik te geloven dat ik het kon en is het mijn beroep geworden.

Het was een zwaar vak, om de vijf minuten van stand veranderen viel niet mee, en twintig minuten doodstil in dezelfde stand staan evenmin. En lang niet alle kunstenaars pookten de kachel op als ze daar stond. Maar desondanks, een rijk leven.

Vervelen doe ik me nooit. Dat is de kunst van het model zijn. Doodstil zit ik uren achtereen naar een punt te kijken. Toch zien ze wat in mij omgaat.”

Dat rijke leven was overdrachtelijk bedoeld. Model bleef een zwaar onderbetaald vak. Truus leed bittere armoede, zo zeer dat er een stichting werd opgericht ter ondersteuning van haar en haar collega’s: Het Kunstenaarsmodel. Vanaf de jaren zestig ging het weer beter met haar, dankzij een uitkering die ze kreeg op grond van het verzetsverleden van haar in de oorlog omgekomen echtgenoot. Ze is vroeg gestorven.

Charlotte van Pallandt, die Beatrix als prinses nog les heeft gegeven en het bronzen beeld van koningin Wilhelmina in Den Haag heeft gemaakt, werd stokoud, net geen honderd. In 1992 zei ze daarover: "Je moet zo veel opgeven, zo veel vrienden die gestorven zijn, terwijl jij maar blijft leven. Ik word vreemd oud. Te oud. Het is bijna indiscreet hè, om zo oud te worden. Zo voel ik het ook. Nu moeten anderen maar verder, nu zijn jongeren aan de beurt."

6 april 2010

Niet zichtbaar in Streetview