Hofleverancier van bretels en gein

Kokadorus op het Amstelveld, van Erica van Eeghen

standbeelden van eeghen Foto: Lida Goede

Is het geen schatje, daar op het Amstelveld? Marktkoopman professor Kokadorus, in werkelijkheid Meijer Linnewiel (1867-1934), staat er zo ongeveer op de plaats waar hij destijds ook stond, als standwerker. De populairste uit de Amsterdamse geschiedenis. Spraakwaterval, komiek. Prins Hendrik betrok zijn bretels van hem, de koning van Engeland en de keizer van Duitsland benoemden hem tot adviseur, evenals de sjah van Perzië , Theodorus Roosevelt en de Saar van Rupsland.

Hij was in Leeuwarden geboren en kwam op zijn twaalfde naar Amsterdam, waar hij lucifers ging verkopen in de Kalverstraat. Zijn opa heette Ko, zijn oma Ka en zijn vader Dorus, vandaar dat hij Kokadorus heette. Dat had hij niet zelf bedacht, het was een vondst van de organisatoren van de Wereldtentoonstelling in 1895, waar hij de zaak zo’n beetje op poten moest zetten. Naar eigen zeggen althans, want niemand heeft Kokadorus ooit op een waarheid kunnen betrappen, tot ieders genoegen overigens.

Naast hoogleraar was hij directeur van de Maatschappij tot verwarming van de Noordpool. Geen wonder dat Brussel een Place de Coca-doire had, Parijs ook een place met die naam kende, Londen een Cocadore Square en Berlijn een Kokadorus Strasse. Zo aan het eind van de zomer waarschuwde hij graag dat koningin Wilhelmina in september persoonlijk belasting zou komen innen bij de Amsterdammers. Het verhaal gaat dat Wilhelmina dat dermate komisch vond dat ze Linnewiel op Het Loo heeft uitgenodigd.

Zijn handel: van alles. Zakkammetjes met tien jaar garantie, bretels dus, en leren portemonnees waarvan de aanschaf verplicht was gezien de Leerplichtwet. Of hij ooit stropdassen heeft verkocht is de vraag en dat is van belang zoals we zullen zien.

Het beeld staat er sinds 13 oktober 1977. De studentenverenigingen ASC/AVSV (het corps van de UvA) vierden in 1976 hun 25ste lustrum, dat feest stond min of meer in het teken van Kokadorus en men wilde de stad een beeld van de hoogleraar aanbieden. Maakster: Erica van Eeghen, rechtenstudente, lid van het corps en enthousiast beeldhouwster, later is ze nog naar de Rietveld gegaan. Toen ze met Kokadorus in de weer was, had ze lessen gevolgd bij Liesbeth Pallesen. “En ik heb me toen nooit afgevraagd of ik voor dat beeld wel de meest geschikte figuur was.”

Waarschijnlijk is ze de jongste beeldhouwster die ooit een beeld voor de stad mocht maken, bij de onthulling was ze 22. Van Eeghen komt nu aan beeldhouwen niet meer toe, ze is inmiddels zakelijk leider van De Toneelmakerij.

Ach, dat beeld, nu zou ze het anders doen, maar toch, ze kijkt er nog met plezier naar. De verhoudingen kloppen, hij staat er lekker te oreren, het beeld is niet doortrokken van kunstopvattingen. Een onbevangen beeld, laat ze het zo maar omschrijven.

Terwijl ze aan het werk was, keek Van Eeghen regelmatig in de spiegel, de lijnen van de menselijke vormen controlerend. Ze had het een en ander gelezen over Kokadorus en wist dus dat hij nogal actief was in zakkammetjes. Ze nam een kammetje in haar hand en keek in de spiegel. Dat zag er toch wat armetierig uit. Toen besloot ik hem een stropdas in zijn hand te geven. Bij de onthulling, door Pitt Treumann, destijds wethouder van Cultuur, had Kokadorus die das nog steeds in zijn hand, Maar de volgende dag gingen er kinderen aan hangen en de das brak af. "De gemeente heeft me nog gevraagd de zaak te herstellen, maar daar heb ik van afgezien. Kinderen zullen altijd aan dassen blijven hangen."

Hoopt ze ooit nog eens een beeld voor de stad te maken? "Er zijn heel goede beeldhouwers hier, ik denk niet dat ik daar tussen hoor."

22 maart 2010

Niet zichtbaar in Streetview