'Als ze bij ons kwam eten, kwamen de messenleggers uit de kast.'

'Burgemeester Tellegen heeft zijn schaduw geworpen over vier generaties. Zijn maat­schappelijke carrière was de toets. Ik heb nog een oom gehad die burgemeester van Wijhe werd, dat was niet waar oma op hoopte.

Tellegen was de eerste burgemeester die een salaris vroeg, de vorige hadden geld genoeg. Een rijke familie was het dus niet.

Jettes man, mijn opa, overleed rond in 1920, ik denk aan de Spaanse griep. Hij was in overheidsdienst, en dat gaf de weduwe het voorrecht een baantje aangeboden te krijgen. Ze ging loten verkopen in een kantoortje in de Kalverstraat, dat heeft ze tot na de Tweede Wereldoorlog gedaan. Staatsloten verkopen aan het gepeupel waar ze bepaald niet bij wilde horen. Daarbij verhuurde ze kamers, aanvankelijk in de Euterpestraat, dat is nu de Gerrit van der Veen. Later in de Beethovenstraat. Daar heb ik haar meegemaakt.

Begin jaren vijftig woonden wij in Nijmegen, ik ging bij haar logeren. Ze was warm, maar toch ook een beetje afstandelijk. Maar ik vond het er wel leuk. Het huis had een typische geur: een mengeling van lavendel en een geur die ik niet kan omschrijven maar die ik later in veel huizen in Oud-Zuid aantrof. We gingen naar de Bijenkorf, alleen voor de roltrappen, want die hadden we in Nijmegen niet. En naar Artis, maar dat boeide me niet zo, ik geef niet veel om dieren. In de tram erheen vroeg ik me af of ik ooit zo lang zou worden dat ik de lus zou kunnen vastpakken.

Oma had een remonstrantse achtergrond. Ze was lid van de VPRO. Dat dateerde uit de tijd dat het bepaald geen linkse omroep was. Ze las wel Vrij Nederland, een links blad, maar als mr. G.B.J. Hiltermann van de Avro aan het woord was, moest iedereen stil zijn.

Ze wilde haar stand ophouden. Ze was er trots op dat de familie in het 'Blauwe boekje' (Nederland's Patriciaat, genealogieën van vooraanstaande families - red.) stond. Mijn vader ging naar Het Amsterdams Lyceum en werd later een verwoed corpslid. Dat vond ze prachtig. Als ze bij ons kwam eten, kwamen de messenleggers uit de kast. Ze was wel liberaal in zekere zin. Ze had lesbische huursters, dan vond ze geen punt. Voor dat soort zaken had ze zelf geen belangstelling. Voor mannen trouwens ook niet, geloof ik. Een van de huursters was Tante Door. Die had heel rare kleren, gouden schoentjes, merkwaardige jurkjes. Die mochten we van tante Door mee naar huis nemen, we hebben erg veel toneelstukjes gespeeld in die kleren."

19 augustus 2009